07. Lesverslag 05-11-25

Check in:

Veertje-hout-steen werkvorm voor gevoelens en tips  

– drie categorieën om gevoel te duiden:  

  • veertje = licht, flexibel, weinig stress  

  • hout = stabiel, vertrouwd, beheersbaar  

  • steen = zwaar, druk, overbelasting  

– deelnemers kiezen symbool dat past bij hun huidige situatie  

– koppeling met:  

  • werkdruk: tips om taken te prioriteren  

  • rolverdeling: afstemming binnen team en takenpakket  

  • werk-privé balans: pauzemomenten en grenzen aangeven  

– concrete adviezen per categorie en uitwisseling van best practices  

Uitleg over curriculumopbouw en portfolio-opdracht  

– zes algemene leeruitkomsten binnen curriculum  

  • twee leeruitkomsten al uitgewerkt:  

    – ontwikkeling professionele identiteit  

    – realisatie van leeractiviteiten  

  • vier leeruitkomsten bevinden zich in:  

    – leertrajecten  

    – primair proces  

    – leer- & ontwikkelomgeving  

– doel van de portfolio-opdracht: aantonen van behaald leerdoel via bewijsmateriaal  

– beoordelingscriteria: relevantie, reflectie en onderbouwing  

Groeps- en duo-overleggen over leeruitkomsten  

– tweetalgesprekken: uitdiepen wat elke leeruitkomst concreet betekent in de praktijk  

– teamdiscussies: afstemmen welke activiteiten passen bij elk leerdoel  

– inventariseren van mogelijke bewijsmaterialen:  

  • casestudy’s, opdrachten, feedbackrapporten  

  • foto’s, video’s, logboeken  

  • peer- en zelfevaluaties  

– voorbeelden uitwisselen om inspiratie op te doen  

Vervolgafspraken en conclusies  

– instructies voor zelfstandig verder werken aan portfolio in eigen tempo  

– maken van duidelijke afspraken voor vervolgsessies: data, doelen en verantwoordelijkheden  

– tips om voortgang te monitoren en ondersteuning te vragen waar nodig  

Conclusies aan het eind  

– deelnemers hebben helder beeld van de zes leeruitkomsten en de portfolio-opdracht  

– verzamelde bewijsmaterialen vormen basis voor reflectie en beoordeling  

– veertje-hout-steen-methode helpt bij inzicht in werkdruk en balans  

– opgegeven vervolgstappen en afspraken zorgen voor structuur in het vervolgtraject

Leertraject: ontwerp, uitvoering en evaluatie  

– leertraject beslaat een langere periode met een duidelijke kop en staart  

– drie fasen: ontwerpen (voorbereiden, organiseren), uitvoeren en evalueren  

– tijdens evaluatie toetsen of beoogde leerdoelen bereikt zijn  

– analyseren van effectiviteit en bijsturen voor volgende cyclus  

Leeractiviteit versus leertraject  

– leeractiviteit = één les of workshop met specifiek doel  

– leertraject = serie van leeractiviteiten, project of begeleidingstraject  

– leertraject omvat meerdere leeractiviteiten met samenhangende doelen  

– leertraject vraagt planning over langere termijn, leeractiviteit is beperkt  

Beknopte samenvatting  

In deze tekst wisselen studenten en deelnemers ideeën uit over het schoolrooster, toets- en bufferweken, het Reisplan Expeditie 2025 en het werken met Eenheden van Leeruitkomsten (EVL). Ze bespreken hoe je bewijsmateriaal opbouwt, feedback organiseert en leertrajecten ontwerpt, uitvoert en evalueert. Aan het eind volgt een sessie over pubergedrag en adolescentie: de kenmerken van het puberbrein, executieve functies en groepsdynamiek, en de gevolgen daarvan voor het onderwijs.

Gedetailleerde uitwerking per onderwerp

Organisatie van toets- en bufferweken  

– Verschil in planning tussen opleidingen: sommige hebben één toetsweek, andere twee, gevolgd door een lesvrije week  

– Idee om elke tiende week een echte bufferweek in te lassen voor voorbereiding en herstel  

– Voordelen van een bufferweek: ruimte voor docenten om voor te bereiden en opladen, vermijdt wekelijkse achterstanden  

Reisplan Expeditie 2025  

– Dynamisch leerplan waarin je een leertraject opstelt, uitvoert en evalueert  

– Ochtendprogramma’s met telkens andere werkvormen: lezen & brainstormen, AI-toepassingen, voorbeelden van portfolio’s  

– Document in Canvas: “Reisplan Expeditie 2025” met opdrachten, voorbeelden en eisen aan bewijsmateriaal  

Werken met Eenheden van Leeruitkomsten (EVL)  

– EVL = onderwijs­eenheid met leeruitkomsten als basis  

– Drie grote fasen: ontwerpen van een leertraject, uitvoeren, evalueren  

– Verplicht bewijsmateriaal bij elke EVL: ontwerp voorzien van theoretische onderbouwing, feedback van experts en peers, reflecties, schriftelijke onderbouwing bijdrage aan leeruitkomsten  

– Portfolio-opzet: tekeningetje met alle onderdelen die de waarde van het product aantonen  

Groepsopdrachten EVL  

– Teams (rood, blauw, geel, groen, roze) werken elk eigen mindmaps of schema’s uit  

– Moeilijkheden: lange teksten van leeruitkomsten, onduidelijke termen (niveaugroepen, ontwerpmodel)  

– Uitwerking voorbeelden per team: koppeling van theorie (Bloom, CAR-model, stermodellering) aan praktijkcasussen  

Theoretische modellen en didactiek  

– Taxonomie van Bloom: hiërarchische niveaus (onthouden, begrijpen, toepassen, analyseren, evalueren, creëren)  

– CAR-model, STAR-model, multiple intelligenties, didactisch analysekader  

– Miller’s piramide voor beroepsbekwaamheid: knows, knows how, shows how, does  

– Krachtige leeromgeving: autonomie, relaties en structuur bieden door pedagogiek, didactiek en klasopstelling  

Samenvatting  

Overleg over het vormgeven van een leertraject, inclusief het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van lessenreeksen. Er wordt gediscussieerd over formulieren (BHV), feedbackstructuur (formatief vs summatief, fasering in basiscamp en hoofdfase), het onderscheid tussen leeractiviteit en leertraject, planning en inlevermomenten, professionalisering en bewijsvoering in portfolio’s. De noodzaak van een cyclisch proces, heldere leeruitkomsten en praktische handvaten voor studenten komt aan bod.

Leertraject: ontwerp, uitvoering en evaluatie  

– leertraject beslaat een langere periode met een duidelijke kop en staart  

– drie fasen: ontwerpen (voorbereiden, organiseren), uitvoeren en evalueren  

– tijdens evaluatie toetsen of beoogde leerdoelen bereikt zijn  

– analyseren van effectiviteit en bijsturen voor volgende cyclus  

Relatie met leerdoelen en leeruitkomsten  

– verwijzing naar leeruitkomst 1, 2 en 3 in formulieren  

– gebruik van actieve werkwoorden (analyseren, evalueren, realiseren)  

– afstemmen op landelijke standaarden versus eigen schoolformulieren  

– belang van heldere en eenduidige leerdoelen bij aanvang  

Leeractiviteit versus leertraject  

– leeractiviteit = één les of workshop met specifiek doel  

– leertraject = serie van leeractiviteiten, project of begeleidingstraject  

– leertraject omvat meerdere leeractiviteiten met samenhangende doelen  

– leertraject vraagt planning over langere termijn, leeractiviteit is beperkt  

Beknopte samenvatting  

In deze tekst wisselen docenten en deelnemers ideeën uit over het schoolrooster, toets- en bufferweken, het Reisplan Expeditie 2025 en het werken met Eenheden van Leeruitkomsten (EVL). Ze bespreken hoe je bewijsmateriaal opbouwt, feedback organiseert en leertrajecten ontwerpt, uitvoert en evalueert. Aan het eind volgt een sessie over pubergedrag en adolescentie: de kenmerken van het puberbrein, executieve functies en groepsdynamiek, en de gevolgen daarvan voor het onderwijs.

Gedetailleerde uitwerking per onderwerp

Organisatie van toets- en bufferweken  

– Verschil in planning tussen opleidingen: sommige hebben één toetsweek, andere twee, gevolgd door een lesvrije week  

– Idee om elke tiende week een echte bufferweek in te lassen voor voorbereiding en herstel  

– Voordelen van een bufferweek: ruimte voor docenten om voor te bereiden en opladen, vermijdt wekelijkse achterstanden  

Reisplan Expeditie 2025  

– Dynamisch leerplan waarin je een leertraject opstelt, uitvoert en evalueert  

– Ochtendprogramma’s met telkens andere werkvormen: lezen & brainstormen, AI-toepassingen, voorbeelden van portfolio’s  

– Document in Canvas: “Reisplan Expeditie 2025” met opdrachten, voorbeelden en eisen aan bewijsmateriaal  

Werken met Eenheden van Leeruitkomsten (EVL)  

– EVL = onderwijs­eenheid met leeruitkomsten als basis  

– Drie grote fasen: ontwerpen van een leertraject, uitvoeren, evalueren  

– Verplicht bewijsmateriaal bij elke EVL: ontwerp voorzien van theoretische onderbouwing, feedback van experts en peers, reflecties, schriftelijke onderbouwing bijdrage aan leeruitkomsten  

– Portfolio-opzet: tekeningetje met alle onderdelen die de waarde van het product aantonen  

Groepsopdrachten EVL  

– Teams (rood, blauw, geel, groen, roze) werken elk eigen mindmaps of schema’s uit  

– Moeilijkheden: lange teksten van leeruitkomsten, onduidelijke termen (niveaugroepen, ontwerpmodel)  

– Uitwerking voorbeelden per team: koppeling van theorie (Bloom, CAR-model, stermodellering) aan praktijkcasussen  

Ontwerp, uitvoering en evaluatie  

– Ontwerp: bepaal product (bv. tien­weekstraject, aantal lesvoorbereidingen), planning, feedbackmomenten  

– Uitvoering: altijd feedback vragen vóór inleveren, denk na over wie inhoudelijke en onderwijskundige feedback levert  

– Evaluatie: resultaat toetsen, reflectie op eigen leerproces en ontvangen feedback, plan voor bijsturing of nieuwe cycli  

Theoretische modellen en didactiek  

– Taxonomie van Bloom: hiërarchische niveaus (onthouden, begrijpen, toepassen, analyseren, evalueren, creëren)  

– CAR-model, STAR-model, multiple intelligenties, didactisch analysekader  

– Miller’s piramide voor beroepsbekwaamheid: knows, knows how, shows how, does  

– Krachtige leeromgeving: autonomie, relaties en structuur bieden door pedagogiek, didactiek en klasopstelling  

Bespreking pubergedrag en adolescentie  

– Overgangsfase jeugd – volwassenheid, fysieke volwassenheid maar emotioneel nog in ontwikkeling  

– Verstoord slaapritme: melatonineproductie later op de avond, wekt moeheid en motivatieverlies op  

– Executieve functies: werkgeheugen, planning, prioriteiten stellen, timemanagement, emotieregulatie, flexibiliteit enz. ontwikkelen zich nog tot begin twintig  

– Risico­- & impulsgedrag: beperkte zelfcontrole, korte­termijn­focus, gevoeligheid voor groepsdruk en verslaving  

– Groepsdynamiek: normingfase waarin eerste leiders de toon zetten; heterogene klassen werken vaak beter dan homogene  

– Lesimplicaties: kleine succeservaringen inbouwen, feedbackcycli, duidelijk communiceren van criteria, werkvormen afwisselen, korte deadlines  

Conclusies  

– Heldere planning met toets- en bufferweken vermindert werkdruk en verbetert kwaliteit voorbereiding  

– Dynamisch reisplan en EVL-structuur bieden docenten en studenten houvast bij ontwerp, uitvoering en evaluatie van leertrajecten  

– Bewijsmateriaal moet systematisch opgebouwd worden met theoretische onderbouwing, feedback en reflectie  

– Kennismaken met didactische modellen (Bloom, CAR, Miller) helpt bij het formuleren van leerdoelen en het opzetten van krachtige leeromgevingen  

– Lesgeven aan adolescenten vereist rekening houden met hun ontwikkelingskenmerken: slaapritme, executieve functies en groepsdynamiek  

– Regelmatige feedback, korte tussenstappen en heldere werkafspraken ondersteunen pubers in motivatie en leerproces

Screenshot
Screenshot
Screenshot

Samenvatting  

In dit gesprek gaat het over het vormgeven van differentiatie in het onderwijs. Er wordt besproken hoe je met een gemeenschappelijk leerdoel kunt werken en tegelijkertijd convergente en divergente differentiatie kunt toepassen. Er komt aandacht voor gepersonaliseerd leren, adaptieve opdrachten, het direct instructie- (DI-) model en de didactische analysemethode (DA-model). Ook komen blended learning, de rol van de docent, motivatieproblemen in het mbo en praktische voorbeelden van differentiatie aan bod.

Gedetailleerde punten per thema

Gemeenschappelijk leerdoel en gezamenlijke opdrachten  

– Kies één overkoepelend onderwerp (bijvoorbeeld beeldelementen) voor alle studenten  

– Geef een opdracht waarbij verschillen in techniek en inzicht zichtbaar worden  

– Studenten helpen elkaar op basis van de uitkomsten  

Convergent versus divergent differentiëren  

– Divergent: flexibele leerroute, studenten bepalen eigen tempo en inhoud, docent begeleidt per individu  

– Convergent: groepen indelen op basis van nulmeting of proeftoetsen en elk groepje aangepaste opdrachten geven  

– Combinaties mogelijk: binnen rekenen divergent, in bredere context juist convergent  

Gepersonaliseerd leren versus klassikaal differentiëren  

– Gepersonaliseerd: elk leertraject is uniek, student kiest leerdoelen en activiteiten  

– Klassikaal differentiëren: één docent, meerdere groepen binnen dezelfde les met verschillende taken  

Organisatie in de klas  

– Moeilijk om volledig gepersonaliseerd leren te organiseren zonder systeemondersteuning  

– Convergent klassikaal differentiëren is gemakkelijker hanteerbaar binnen reguliere lestijd  

– Rollen en instructievormen vooraf vastleggen voor efficiënt verloop  

Differentiëren op tempo  

– Sommige studenten mogen sneller door de stof heen als ze al beheersing aantonen  

– Anderen krijgen extra instructie of extra oefenopdrachten  

– Tempo als eerste differentiatie-aspect naast niveau en inhoud  

Niveaudifferentiatie  

– Indelen op basis van beheersingsniveau per domein  

– Groepjes A, B en C met heldere doelen en passende opdrachten  

– Gebruik van proeftoetsen en nulmetingen voor indeling  

Differentiatie naar leerstijl, taak en instructie  

– Voorbeeld: ADHD-groep krijgt andere werkvorm of indeling  

– Variatie in taken (meer praktische opdrachten, meer theorie etc.)  

– Aangepaste instructie (meer of minder begeleid, extra voorbeelden)  

Fases van een les en het DI-model  

Screenshot

– Terugblik op vorige les en vaststellen leerdoel gezamenlijk  

– Directe instructie aan startgroep, verlengde instructie voor anderen  

– Zelfstandig verwerken met docentondersteuning voor een klein groepje  

– Gezamenlijke evaluatie en vooruitblik  

Blended learning voor differentiatie  

– E-leeromgeving inzetten om filmpjes, opdrachten en checkpoints te differentiëren  

– Gemakkelijker maatwerk leveren via digitale platforms  

– Voorbereiding: systemen en tools binnen je organisatie bespreken  

Rol van de docent en toegevoegde waarde  

– Docent als inhoudsdeskundige: zorgt voor effectieve instructie  

– Balans tussen klassikale uitleg en zelfstandige werkvormen  

– Blijven monitoren wat iedere student nodig heeft  

Motivatie en beloning  

– Extra opdrachten zijn niet altijd motiverend  

– Bied echte voordelen: versneld afronden, vrijstellingen, erkenning  

– Voorkom demotivatie bij studenten die “te snel” klaar zijn  

Uitdagingen in het mbo en toekomstdromen  

– Systemen voor flexibel en gepersonaliseerd leren nog niet volwassen  

– Spannende stap naar volledig studentgestuurd leren  

– Noodzaak voor goede begeleiding en adequate tools  

Conclusies  

– Differentiatie is essentieel: convergent en divergent vullen elkaar aan.  

– Directe instructie (DI-model) blijft een bewezen effectieve onderwijsvorm.  

– Blended learning ondersteunt maatwerk en flexibiliteit.  

– Docenten blijven cruciaal bij het vertalen van differentiatie naar de praktijk.  

– Motivatie en beloning moeten aansluiten bij echte leerwinst.  

– Volledig gepersonaliseerd leren vraagt nog verdere ontwikkeling van organisatie en systemen.

Constructieve feedback en fasering  

– feedback is opbouwend, specifiek en gericht op groei  

– formatief: tijdens basiscamp feedback op basisdeel  

– summatief: in de hoofdfase feedback op lesvoorbereiding, uitvoering en reflectie  

– geen feedback geven vóór volledige inlevering; afspreken van feedbackmomenten  

– vertrouwen in eigen proces door het ‘rijtje’ af te handelen  

Planning en inlevermomenten  

– leertraject zorgvuldig plannen over de gehele periode  

– vaste inlevermomenten na basiscamp en in hoofdfase  

– inleveren via Canvas, met mogelijkheid voor losse documenten  

– inleveren niet verplicht, maar aanbevolen voor feedbackkansen  

– afspraken maken over overzichtelijke mappenstructuur  

Begeleiding en toetsing  

– werkplekbegeleider helpt bij lesvoorbereiding en -uitvoering  

– coach geeft feedback op technische aspecten en onderbouwing  

– eigenreflectie en theoretische onderbouwing vanuit kennisbasis  

– examencommissie vereist toegankelijk en compleet bewijsmateriaal  

Professionele ontwikkeling en identiteit  

– ontwikkeling van professionele identiteit is doorlopend proces  

– reflectie op eigen normen, waarden en visie op goed docent-zijn  

– leeruitkomst: professionaliteitsontwikkeling en professionele identiteit  

– koppeling tussen theorie (normenkader) en dagelijkse praktijk  

Cyclus van ontwerp tot evaluatie  

– ‘cirkel’: ontwerpen → realiseren → evalueren → herontwerpen  

– tussentijdse toetsing: afstemmen van traject op beoogde resultaten  

– continue verbetercyclus als kernprincipe in leertraject  

– analyseren welke onderdelen wel/niet werken en bijsturen  

Portfolio en bewijsvoering  

– portfolio in Canvas met foto’s, documenten en reflecties  

– overzicht in mappenstructuur aanhouden  

– bespreking van vorm en inhoud vóór basiscamp  

– toegankelijkheid voor begeleiders en examencommissie waarborgen  

– formatief materiaal (ontwerp, planning) scheiden van summatief bewijsmateriaal  

Conclusies  

– een leertraject volgt een cyclisch proces van ontwerp, uitvoering en evaluatie  

– duidelijke leeruitkomsten en leerdoelen vormen de kapstok  

– leeractiviteiten zijn de bouwstenen binnen grotere trajecten  

– gefaseerde feedback (formatief vs summatief) ondersteunt de studentontwikkeling  

– strakke planning en vaste inlevermomenten geven structuur  

– professionele ontwikkeling vereist continue zelfreflectie en onderbouwing  

– portfolio moet overzichtelijk zijn en voldoen aan examencommissie-eisen

Mijn reflecties mbt de lessen zijn hieronder te beluisteren: