• Classroommanagement
– Stel vaste routines in: begin les met staan, spreek duidelijk en consequent, laat handen opsteken voor aandacht
– Varieer in toonhoogte en volume: start wat luider, daal af naar rustiger tempo om stiltes en concentratie af te dwingen
– Observeer en leer van collega’s: pas beproefde trucjes toe en houd vast aan je eigen regels
• Actieve didactiek versus passief luisteren
– Lange monologen (40-minuten hoorcolleges) blijven soms onvermijdelijk voor theorie, maar vragen steeds actieve verwerkingsopdrachten (samenvattingen, discussie)
– Overschrijven prikkelt hersenen minder; laat studenten kort mondeling/via schrijven samenvatten en laat ze elkaar corrigeren
– Gebruik kleurplaten of simpele werkvormen bij ‘droge’ stof om aandacht vast te houden
• Gamification en spelprincipes
– Spelvormen bieden koppeling aan verschillende leerstijlen: sommige studenten leren beter via spel, anderen via uitleg
– Competitie en niveaus stimuleren dopaminavrijgave, verhogen motivatie en doorzettingsvermogen
– Eenvoudige beloningen (stickers, complimenten, kleine prijsjes) kunnen al krachtig werken
• Differentiatie en contextgebonden leren
– BBL-studenten (leertijd in de praktijk) vertalen theorie makkelijker naar de praktijk dan BOL-studenten
– Koppel nieuwe kennis aan ervaringen uit de beroepspraktijk om het lange-termijngeheugen te voeden
– Besteed aandacht aan de werking van geheugen: link nieuw geleerde stof aan bestaande kennis
• Formatief handelen en feedback
– Continua check (formatief toetsen) geeft inzicht in waar studenten staan en stuurt leerproces bij
– Geef niet alleen summatieve cijfers, maar ook gerichte complimenten en concrete verbeterpunten
– Oefen zelfreflectie bij studenten: laat hen eigen leerproces analyseren en doelen bijstellen
• Reflectie op eigen rol (“Practice what you preach”)
– Wees je bewust van wat je van studenten vraagt: oefen zelf de competenties die je overdraagt (bv. samenvatten, feedback geven)
– Besef dat elke docentvalkuil (te direct, uitstelgedrag, conflictvermijding) ook kansen biedt voor ontwikkeling
– Gebruik kernkwadranten (kwaliteiten, valkuilen, allergieën, uitdagingen) om eigen patronen te doorbreken
• Teamdynamiek en diversiteit
– Teams bestaan idealiter uit verschillende rollen (promotor, controller, analyzer, supporter) voor optimaal resultaat
– Spanningen tussen typen (“allergieën”) zijn natuurlijke signalen: zoek in elkaars valkuilen juist kwaliteiten
– Nauwe samenwerking en open feedback stimuleren onderlinge groei en versterkt leeraanbod voor studenten
CAR methode van Luc Stevens
(Competentie, Autonomie, Relatie)
- CAR model uit PPT halen

Opdracht: Werking van het geheugen
- Onderzoek theorie over de werking van het geheugen.
- Maak een infographic via (canva.be) over de werking van het geheugen
- Voor volgende week: Print de infographic en leg uit aan de groep (posterpresentatie)
• De groep start met overleg over het gebruik van Canva, de rolverdeling en de planning van het groepswerk (poster maken, informatie verzamelen en vormgeven).
• Onderwerp van de les: werking van het geheugen in drie fasen – zintuiglijk geheugen, kortetermijngeheugen en langetermijngeheugen.
• Zintuiglijk geheugen: alle zintuiglijke prikkels (zien, horen, voelen, proeven, ruiken) komen binnen, maar blijven slechts circa één seconde “hangen” en worden gefilterd door aandacht.
• Kortetermijngeheugen (werkgeheugen): beperkte capaciteit (ongeveer 7 items tegelijk), zeer vluchtig en alleen blijvend bij herhaling of bij sterke emotionele lading.
• Langetermijngeheugen: vrijwel onbeperkte opslag, gelaagd in impliciet (onbewust, vaardigheden zoals fietsen) en expliciet (bewust, feiten en herinneringen).
• Overgang naar langetermijngeheugen verloopt via elaboratie en associatie: nieuwe informatie koppel je aan bestaande kennis of interesses van leerlingen.
• Repetitie/herhaling is cruciaal om items in het kortetermijngeheugen te “bevriezen” en over te brengen naar het langetermijngeheugen.
• Emoties, persoonlijke verhalen en motorische handelingen stimuleren de aandacht en bevorderen het vasthouden van informatie.
• Kracht van drie: presenteer in de les idealiter drie sleutelbegrippen of voorbeelden om overbelasting te voorkomen en een helder kader te bieden (in navolging van Steve Jobs).
• Visualiseren met posters en diagrammen (pijlen, kleurcodering) helpt om de geheugenroutes door de hersenen inzichtelijk en memorabel te maken.
• Gebruik van herkenbare voorbeelden (auto-/brommeranalogie, ervaringen uit de eigen praktijk) bindt aan voorkennis en vergroot de kans op langdurige retentie.
• Bij overbelasting of als werkgeheugen “vol” zit, verdwijnen willekeurig stukken informatie: je kunt niet zelf bepalen wat er wegvalt.
• De groep besluit gezamenlijk een grafische poster uit te werken in Canva, met duidelijke stappen: zintuiglijk geheugen → kortetermijngeheugen → langetermijngeheugen (incl. expliciet vs. impliciet).
• Voor het eindresultaat wordt A3-formaat geadviseerd, met ruimte voor aanvullende voorbeelden, percentages (bv. vergeetcurve, opslagsucces) en kleurcoderingen.
• Reflectie en peer-feedback: posters worden in de klas opgehangen, besproken en eventueel bijgestuurd op helderheid en didactische meerwaarde.
• Belangrijkste lesinzicht: informatie blijft beter hangen als je leert inspelen op zintuigen, aandacht, herhaling, emotie en de bestaande wereld van de leerling.
• Docent heeft beperkte invloed op hoe studenten leren; rol is vooral faciliteren en begeleiden.
• Kwetsbaarheid en openheid van de docent bevorderen een leerzame sfeer.
• Actief leren wordt gestimuleerd door:
– Zelf informatie opzoeken
– In groepjes onderzoeken en overleggen
– Elkaars inzichten bediscussiëren
– Aan elkaar uitleggen wat je geleerd hebt (hoogste leerniveau)
• Belang van duidelijke afbakening en tijdslimiet om verzanden in te veel diepgang te voorkomen.
• Keuze in onderzoeksscope:
– Focus strikt op ‘werking van het geheugen’ of breder op ‘functie van het brein’
– Studenten vrij om diepte-niveau te bepalen aan de hand van interesses en leerdoelen
• Samenwerkingsvormen:
– Groepswerk bevordert lange termijngeheugen beter dan enkel hoorcollege
– Iedere student krijgt een deelonderwerp en legt dit later mondeling uit zonder PowerPoint
• Onderzoeksopdracht dient helder te zijn: ‘werking van het geheugen’, niet een medisch verhaal over de hersenen of dementie
• Lerarenrol vraagt om voortdurende reflectie op kerncomponenten van het K-model:
– Competentie: voelen studenten zich bekwaam?
– Betrokkenheid: leveren ze actieve bijdrage?
– Relatie: is er een veilige groepsdynamiek en goede docent–student band?
• Portfolio-opdracht vóór na de vakantie:
– Beschrijf wie je bent en wilt zijn als docent
– Formuleer visie op leren en eigen kernkwaliteiten
– Bereid feedback voor op elkaars werk



• Niet alle nieuwe theorieën en methoden in één keer toepassen; kies enkele elementen uit die aansluiten bij jouw lessen.
• Praktische tip: experimenteer met camera-observaties om klasdynamiek en studentbetrokkenheid te meten.
Mijn reflecties mbt de lessen zijn hieronder te beluisteren: